
Werkwijze
Hoe komen we tot eigentijdse oplossingen en nieuwe aanpakken? De vraagstukken zijn zo complex, dat er geen pasklare oplossing voor is. Daar waar we gewend zijn lineair te denken en op zoek te gaan naar één oplossing voor een probleem, moeten we nu vraagstukken vanuit meerdere perspectieven belichten. Het vraagt om nieuwe relaties tussen overheid, kennisinstellingen, ondernemers, maatschappelijke organisaties en burgers.
Samen moeten we nieuwe aanpakken uitproberen. Welke aanpakken werken weten we nog niet en daarom is experimenteren een passende aanpak. Door verschillende mogelijke oplossingen uit te proberen kunnen we met elkaar leren wat er werkt en wat niet. Op basis van deze kennis kunnen we bijsturen en steeds meer waarde rondom de vraagstukken creëren.
We doen maar wat (of toch niet)
Experimenteren gebeurt niet alleen in witte jassen in een lab, maar ook in de samenleving. Experimenteren kan de associatie van "we doen maar wat" oproepen. Dat is niet gek gezien het aantal experimenten, pilots, proeftuinen, stadslabs en living labs ons om de oren vliegen. Veel van deze experimenten worden echter niet ontworpen, hebben geen helder beeld van wat er geleerd moet worden, door wie en vooral met welke doorwerking in het bredere systeem. Hierdoor krijgen de experimenten een incidenteel karakter en blijft de impact beperkt.
3 kenmerken van experimenten
Experimenten kunnen in allerlei soorten en maten worden
uitgevoerd. Toch zijn er drie kenmerken waar zinvolle experimenten aan voldoen:

- Praktijkgericht
Experimenten beginnen met een vraagstuk en spelen zich af in een afgebakende context. Deze context wordt bepaald en beïnvloed door sociale, culturele, economische en demografische factoren. Door met de betrokkenen in deze context het probleem te onderzoeken, kom je tot oplossingen die aansluiten bij de omgeving.28 Thuis houdt bij maatschappelijke vraagstukken rekening met de context van het milieu en de aarde. De grenzen van de aarde zijn als het ware kaders en randvoorwaarden waarbinnen aanpakken bedacht worden. Op deze manier heeft maatschappelijke verandering geen negatieve invloed op de draagkracht van de aarde en dus ons allemaal.

- Leren-door-doen
Experimenteren en leren zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Door te leren tijdens het doen kan je komen tot oplossingen die in de praktijk werken. Er wordt genavigeerd op basis van het vraagstuk. Het leren betreft te zien of een oplossing technisch goed werkt, maar ook of de oplossing gedragen wordt door de betrokkenen.

- Samenwerking
De vraagstukken zijn te complex om door één partij op te lossen. Er moeten verschillende perspectieven, interesses, kennis en disciplines betrokken zijn. Overheid, kennisinstellingen, ondernemers, maatschappelijke organisaties en burgers moeten hun krachten bundelen, zodat er gedeeld eigenaarschap over het vraagstuk en de bedachte oplossing ontstaat. Sector overstijgende samenwerkingen voor innovatie en transitie staan ook wel bekend als helix samenwerkingen. Hierbij wordt het belang van de burger nog te vaak vergeten. Het uitsluiten van burgers in het creatie proces kan leiden tot aanpakken die niet uitvoerbaar zijn in de praktijk, doordat er onbegrip is, er geen draagvlak voor is of de aanpak een technische ontwikkeling blijkt te zijn in plaats van een maatschappelijke verandering.

Durf jij het experiment aan?
Bronnen:
Pijl, van der P. en Prins (2021). Design Denken & Doen (3e druk). Boom.
Potjer, S. (2019 14, juni). Experimenteel Bestuur.